Voor het begrip van fundamentele fysische processen tussen atomen
onderling en de wisselwerking met licht is de quantummechanica
onmisbaar. Een atoom heeft een afmeting van ongeveer 10-1
nm. Voor golflengten op deze zeer kleine schaal blijkt
elektromagnetische straling zich in veel opzichten te gedragen als
een verzameling discrete deeltjes. Dit werd in 1905 door Albert
Einstein verklaard door aan te nemen dat licht bestaat uit
energiepakketjes, genaamd fotonen, met energie evenredig met
de frequentie
van het licht:
- De constante van Planck
is de fundamentele
natuurconstante binnen de quantumwereld. In SI-eenheden heeft
deze constante een zeer kleine waarde maar in de atomaire wereld
waar alle afmetingen zeer klein zijn domineert deze constante de
natuurkundige verschijnselen.
Binnen een atoom zijn de elektronen gebonden aan een kern door de
elektrische aantrekkingskracht. Vrijwel alle waarneembare
eigenschappen van atomen en moleculen kunnen verklaard worden uit de
veronderstelling dat elektronen zich in deze beperkte ruimte
gedragen als een staande golf. De fundamentele relatie die een
golflengte verbindt met een deeltjeseigenschap werd in 1924 gegeven
door Louis de Broglie: