Boven de evenaar draaien op ca. 36000 km hoogte zogenaamde geostationaire
satellieten. Die draaien net als wij in één dag een omloop rond de Aardas.
De snelheid van die satellieten bedraagt ten opzichte van ons 2,8·103
ms-1, zo nemen we hier aan.
Hoe belangrijk het is om met de relativiteitstheorie te werken blijkt uit de volgende
vragen.
- Hoe lang is het GPS-signaal, dat met de lichtsnelheid reist, onderweg van
satelliet naar ontvanger?
De klok in de satelliet loopt wat ons betreft te
langzaam!
- Bereken hoe lang 3 Aardse uren duren, als we die aflezen op de satellietklok
Je maakt een reis van 3 uur. Aan het begin daarvan
staan jouw ontvangerklok en die van de satelliet nog gelijk. Als je na 3 uur jouw
afstand tot de satelliet bepaalt, zonder rekening te houden met het tijdverschil uit
vraag b, krijg je een verkeerde waarde.
- Hoeveel meter zit die er naast?
De berekende fout in de afstand kan er net voor zorgen dat het navigatiesysteem een
straat te vroeg laat afslaan. En als de satellietklokken niet regelmatig
gesynchroniseerd zouden worden met die op aarde zou het hele GPS-systeem na een paar
dagen onbruikbaar zijn.
Een praktische toepassing van de relativiteitstheorie waarvan de bedenker niet had
kunnen dromen!