In deze module houden wij ons bezig met de relativiteitstheorie van Albert
Einstein, die hij opzette in 1905. Omdat hij later de theorie heeft uitgebreid wordt
deze eerste theorie de speciale relativiteitstheorie genoemd; de uitgebreide
theorie is de algemene relativiteitstheorie. De speciale theorie wordt in deze
module behandeld. De speciale theorie gaat over inertiële waarnemers - dat zijn
waarnemers die een constante snelheid ten opzichte van elkaar hebben. Einsteins
uitbreiding naar de algemene theorie omvatte ook waarnemers die ten opzichte van
elkaar versnellen.
Het jaar 1905 wordt wel een Wunderjahr genoemd. Einstein leverde in dat
jaar drie geweldige bijdragen aan de natuurkunde. Behalve de relativiteitstheorie
verklaarde hij het foto-elektrisch effect. Een moderne toepassing daarvan vind je in
een digitale fotocamera: op een sensor vallend licht maakt lading vrij. De
hoeveelheid vrijgemaakte lading wordt per punt ('pixel') gemeten en als getal
opgeslagen op een geheugenkaartje. Teruglezing van die getallen stelt een computer
later in staat het beeld te reconstrueren. Einstein verklaarde dit foto-elektrisch
effect door aan te nemen dat licht uit deeltjes, fotonen, bestaat. Voor deze
prestatie kreeg hij later de Nobelprijs.
Ook in 1905 bewees hij, via berekeningen, dat materie écht uit kleine deeltjes
bestaat. In de decennia voor 1905 was een deel van de natuurkundigen gaan twijfelen
aan de realiteit van het bestaan van atomen. Door te rekenen aan de Brownse
beweging, de willekeurige beweging die heel lichte deeltjes in een gas of vloeistof
maken ten gevolge van de toevallige botsingen van de deeltjes van dat gas of die
vloeistof (atomen), werd definitief bewezen dat de duizenden jaren oude aanname dat
materie uit kleine deeltjes bestaat juist was.
De speciale relativiteitstheorie gaat over waarnemingen. Een aantal van die
waarnemingen kunnen alleen maar in gedachte gedaan worden. Het gaat over
treinreizigers die in treinen rijden met een snelheid van 100.000 km/s en soms ook
nog eens met die snelheid door de trein rennen. We zullen zien dat die waarnemers
zaken waarnemen waarvan je misschien nu nog zegt dat ze onmogelijk zijn - de tijd
die voor de één langzamer loopt dan voor de ander bijvoorbeeld.
Mocht je denken dat reizigers die zich voortspoeden met 100.000 km/s niet bestaan,
dan zie je de hele bevolking van de aarde over het hoofd. De aarde beweegt met dat
soort enorme snelheden ten opzichte van verre sterren. Ook spelen deze snelheden een
grote rol bij deeltjesversnellers - van tv's tot het CERN. In de echte waarnemingen
die daar gedaan worden blijken alle voorspelde effecten van de relativiteitstheorie
ook daadwerkelijk op te treden.
Door ervaringen uit het dagelijks leven en door wat je eerder leerde bij het vak
natuurkunde heb je een intuïtie opgebouwd die je vertelt hoe de wereld in
elkaar zit en wat je kunt verwachten over de uitkomst van experimenten. Die
intuïtie vertelt je beslist niet dat een klok in de trein langzamer loopt voor
een waarnemer op het perron dan voor de reiziger. En zeker niet dat de klok op het
perron voor de reiziger langzamer loopt dan voor de man op het perron! Dit is geen
ervaringsfeit uit het dagelijks leven: of je op het perron staat of in de trein zit,
klokken blijven hetzelfde lopen, vinden we. Of ze dat echt doen, zou je door een
meting moeten vaststellen – maar dan heb je wel klokken nodig die de tijd
nauwkeuriger dan in secondes of zelfs milliseconden kunnen meten!
In de relativiteitstheorie komen we voortdurend de lichtsnelheid tegen. Met
zijn reusachtige waarde van, afgerond, 300.000 km/s speelt die een centrale rol in
de theorie. En 300.000 km/s is ook de snelheid van radargolven, het gps-signaal en
nog veel meer. We zullen telkens zien dat de verrassende effecten alleen maar
merkbaar zijn bij reizen met deze hele grote snelheden. Bij snelheden uit het
dagelijks leven gaat de nieuwe theorie, inmiddels meer dan 100 jaar oud!,
asymptotisch over in de bekende natuurkunde van alledag. Een hele geruststelling! We
leren die natuurkunde dus niet voor niets!
Toch heeft relativiteitstheorie ook een direct belang voor ons bestaan. Het meest
bekende resultaat van de theorie is zonder twijfel
Aan het eind van de module besteden we
aan deze beroemde formule ruime aandacht. Ook kijken we naar een directe
consequentie van de formule: energiewinning uit massaomzetting - hopelijk een
bijdrage aan de oplossing van het huidige energieprobleem.
De relativiteitstheorie is geen theorie die je met je klompen kunt aanvoelen. Het
gevoel in je klompen- dat is nu juist je intuïtie. We zullen daarom de theorie
stap voor stap opzetten, waarbij het volgende steeds logisch volgt op het
voorgaande.