Hoe werkte het optellen van snelheden gezien vanuit verschillende waarnemers bij Newton? Dat bekijken we aan de hand van het volgende gedachte-experiment.
De rode pijl in figuur 3.2 stelt een super-TGV voor, een hogesnelheidstrein die een snelheid heeft van 2/7 c, twee zevende van de lichtsnelheid. Door die trein rent een meisje met blauwe ogen met nogmaals 2/7 c in de rijrichting (dat is dus twee zevende van de snelheid die correspondeert met de geelrood gestippelde pijl, gezien vanuit het rode kader; zie figuur 3.2). Dat levert de blauwe pijl op, en inderdaad stelt die pijl in het zwarte stelsel een snelheid voor van 2/7 c + 2/7 c = 4/7 c (met betrekking tot de gele pijl, die staat voor de lichtsnelheid in het zwarte stelsel). En dat klopt precies met onze naïeve, newtoniaanse verwachtingen.
In de volgende paragraaf gaan we een soortgelijke situatie beschrijven, maar dan vanuit Einsteins perspectief.