Commensurabele observabelen
Meestal zijn er meerdere observabelen van interesse afhankelijk van
de vraag welk aspect van een systeem wordt bestudeerd. Maar in de
quantummechanica zijn niet alle observabelen commensurabel met
elkaar. Twee observabelen
en
heten commensurabel als de
geassocieerde operatoren met elkaar commuteren
De uitdrukking links met de vierkante haakjes wordt de commutator
genoemd. De commutator zelf is ook weer een operator. Twee
belangrijke eigenschappen zijn:
en, als de operatoren hermitisch zijn, is de commutator
anti-Hermitisch
- De belangrijke stelling is dat twee commensurabele
observabelen gezamenlijke eigentoestanden
kunnen hebben, dus eigentoestanden die zowel door de
eigenwaarden
van de ene observabele als de
eigenwaarden
van de andere gekarakteriseerd
worden. Dit zijn toestanden waarin bij meting beide observabelen
een welbepaalde waarde hebben.
Voor een gegeven quantumsysteem kunnen gewoonlijk een aantal
complete sets van commensurabele observabelen geïdentificeerd
worden, d.w.z. maximale deelverzamelingen van hermitische operatoren
die onderling commuteren. De bijbehorende eigenwaarden leggen de
simultane eigenfuncties volledig vast op een multiplicatieve
constante na, Maar bij ieder van de deelverzamelingen zullen er
altijd observabelen overblijven die niet commensurabel zijn.
Het is een essentiële eigenschap van de quantummechanica dat men
niet vrij is willekeurige combinaties van observabelen te kiezen bij
metingen aan een quantumsysteem. Bijvoorbeeld, de observabelen
plaats en impuls zijn incommensurabel zoals uitgedrukt in de
Heisenberg-onzekerheidsrelatie (1.24).
- Algemeen geldt dat als observabelen incommensurabel
zijn, hun meetonzekerheden niet tegelijk willekeurig klein
kunnen zijn en dat ze elkaars meetuitkomsten verstoren omdat hun
eigentoestanden disjunct zijn. Maar het is niet zo dat de meting
van één van die observabelen de meting van andere observabelen
uitsluit.