Synopsis Quantummechanica II

Gebonden toestanden

  • In een potentiaalput zijn de energieniveaus van een quantumdeeltje discreet en de eigenfuncties representeren gebonden toestanden.
  • Het aantal gebonden toestanden hangt af van de diepte van de put in relatie tot de energie van de grondtoestand van het deeltje-in-een-doos-model.

De continuïteitsvergelijking voor de energie (2.6) kan niet analytische worden opgelost. Het vinden van (numerieke of grafische) oplossingen wordt vereenvoudigd door over te gaan op dimensieloze variabelen u=κL/π en v=kL/π . Als referentie voor de energie gebruiken we de nulpuntsenergie E 1 =π / 2 γ L 2 van het deeltje-in-een-doos probleem; zie (2.3). Uit deze definities volgt

2.7

E= E 1 v 2      u 2 + v 2 = U 0 E 1 =: u 0 2

Daarmee herschrijven we de vergelijking (2.6) als

2.8

cotπv= u 0 2 v 2 1
  • De cot-functie is periodiek met periode π . Voor ieder periode kunnen we (grafisch of numeriek) een oplossing v n vinden, met n=1,2,.. , mits v n u 0 . De oplossingen liggen in het interval 2n12 v n 2n u 0 .
  • De parameter u 0 is een maat voor de diepte van de potentiaalput en dus het aantal mogelijke gebonden toestanden. Het aantal gebonden toestanden wordt gegeven door het grootste gehele getal N kleiner dan u 0 +1/2 .
  • Als u 0 1 dan is het aantal gebonden toestanden groot. De energieën van de laagste energieniveaus zijn dan bijna gelijk aan die van een deeltje-in-een-doos: v 1 1, v 2 2,.. .
  • Als U 0 slechts enkele malen groter is dan E 1 zijn er maar een paar gebonden toestanden. Bijvoorbeeld, voor u 0 2 =10 zijn er drie gebonden toestanden met v 1 =0,90736 , v 2 =1,80646 en v 3 =2,67841 ; zie figuur.