Synopsis Quantummechanica I

Oploscondities

  • De Schrödingervergelijking is een tweede-orde differentiaalvergelijking. Voor een unieke oplossing moeten twee randcondities worden gegeven.
  • Afhankelijk van het teken van de tweede afgeleide vertoont de golffunctie oscillerend, danwel monotoon toenemend of afnemend gedrag.

Niet elke wiskundige oplossing van de Schrödingervergelijking is fysisch acceptabel. De volgende eisen worden gesteld:

  • de golffunctie is continu.
  • de golffunctie is differentieerbaar overal waar V(x) eindig is.
  • vanwege de interpretatie van | ψ(x) | 2 als waarschijnlijkheidsdichtheid moet de golffunctie voldoen aan de normering:

1.16

| ψ(x) | 2 dx=1
  • de golffunctie gaat naar nul voor x± ; anders zou de normeringsintegraal niet bestaan.

Verder onderzoek van de Schrödinger vergelijking laat zien dat het teken van ψ 2 / x 2 bepaald wordt door het teken van het product [ V(x)E ]ψ(x) ; immers, we kunnen schrijven:

1.17

d 2 ψ(x) d x 2 =2m ( 2π h ) 2 [ V(x)E ]ψ(x)

Dit leidt tot:

  • oscillerend gedrag van ψ(x) voor E>V(x) ; in eenvoudige gevallen een sin of cos-functie.
  • monotoon toenemend of afnemend gedrag voor E<V(x) ; in eenvoudige gevallen een e-macht.