III. Quantumstatistische modellen

Bose-Einstein condensatie

  • Bose-Einstein condensatie (BEC) is het verschijnsel dat onder een bepaalde kritische temperatuur en/of boven een bepaalde kritische dichtheid, een eindige fractie bosonen condenseert in de laagste energietoestand.
  • Het BE-condensaat wordt gekarakteriseerd door het feit dat alle deeltjes in het condensaat strikt in rust zijn: hun kinetische energie is nul.

De deeltjesdichtheid van een Bose-gas is gegeven in (2.18) als functie van T en de fugaciteit y. (Voor het gemak stellen we g=1 .) Van bijzonder belang is het punt n λ T 3 = g 3/2 (1)=ζ(3/2)=2,61.. . Voor een gegeven dichtheid volgt hieruit een kritische temperatuur T c , en voor een gegeven temperatuur een kritische dichtheid n c

3.1

T c =: h 2 2πm ( n ζ(3/2) ) 2/3      n c =: ( 2πm T h 2 ) 3/2 ζ(3/2)

Het gedrag van het Bose-gas beneden de Bose-temperatuur T c (of boven n c ) vereist een aparte discussie omdat uit (2.10) volgt dat de bezetting n 0 =y/(1y) van de grondtoestand ε 0 =0 oneindig wordt voor y1 . De bijdrage van het grondniveau aan de gemiddelde deeltjesdichtheid maken we expliciet door te schrijven

3.2

n(T,μ)= λ T 3 g 3/2 (y)+ lim V n 0 V

De tweede term in het rechterlid is de gemiddelde deeltjesdichtheid n 0 van deeltjes in de grondtoestand. Voor y<1 is deze term volstrekt verwaarloosbaar omdat de grondtoestand vrijwel onbezet is. Maar als y1 groeit het aantal deeltjes in de grondtoestand tot een eindige fractie. Met de definitie van de Bose-temperatuur (3.1) laat zich (3.2) voor y=1 dan schrijven als:

3.3

1 n 0 n = ζ(3/2) n λ T 3 = ( T T c ) 3/2
  • Deze vergelijking toont dat voor T< T c een eindige fractie van de deeltjes zich in de laagste energietoestand bevindt. Dit is het verschijnsel dat Bose-Einstein condensatie wordt genoemd. Omdat de deeltjes geen wisselwerking met elkaar hebben is dit een puur quantummechanisch verschijnsel.
  • De deeltjes in de laagste energietoestand vormen het Bose-Einstein condensaat. Bij het absolute nulpunt hebben alle deeltjes zich opgehoopt in de grondtoestand.

Omdat de deeltjes in de grondtoestand niet bijdragen aan de energie van het Bose-gas, moet de energiedichtheid (2.19) beneden T c vermenigvuldigd worden met de fractie (3.3). Aangezien y=1 geldt:

3.4

e(n,T)= 3 2 ζ(5/2) ζ(3/2) n T ( T T c ) 3/2 0,77n T ( T T c ) 3/2

Eenzelfde uitdrukking volgt voor de druk P(n,T)=(2/3)e(n,T) . Voor lage temperatuur gedragen de energiedichtheid en de druk zich als T 5/2 .

  • In een Bose-gas vindt bij de kritische temperatuur een faseovergang plaats waarbij de totale deeltjesdichtheid wordt opgesplitst in een normale - en een gecondenseerde fractie.
  • Het Bose-Einstein condensaat is pas in 1995 voor het eerst experimenteel waargenomen door Eric Cornell, Carl Wieman en Wolfgang Ketterle die daarvoor in 2001 de Nobelprijs ontvingen.