Hoofdstuk 1. Uitgangspunten

1.2 Gebeurtenissen

gebeurtenis
Figuur 1.2 Eén gebeurtenis in een ruimtetijddiagram
  1. Schets de grafieken voor de onderstaande situaties in een x(t)-diagram (dus met de tijd op de horizontale as)
  2. Schets de grafieken van de onderstaande situaties in een ruimtetijddiagram (met de tijd op de verticale as)
    1. Een fietser met een constante snelheid.
    2. Een optrekkende raceauto.
    3. Een stuiterende bal.
  1. Wat kun je in het ruimtetijddiagram van figuur 1.4 aanduiden als een gebeurtenis, A of B?
  2. Kun je ook een betekenis toekennen aan het andere object?
gebeurtenis en een ..
Figuur 1.4 Een gebeurtenis en een ...?