Hoofdstuk 2. De relativiteit van gelijktijdigheid

2.7 Wat is er veranderd?

Afbeelding
Figuur 2.10 Volgens Newton is de lichtsnelheid niet absoluut
  • Deze nieuwe kijk op de structuur van ruimte en tijd is zo belangrijk dat we vóór we ingaan op de gevolgen ervan, even de tijd nemen om te bekijken hoe de figuren eruit zouden zien in de theorie - of misschien beter: het denkkader - van Newton. Het stilstaande stelsel ziet er hier nog net zo uit, en vanuit dit stelsel bezien moeten ook de lijnen voor de rode waarnemers en het lichtsignaal op dezelfde plekken worden getrokken. Maar bij Newton is er niets bijzonders aan de hand met het licht. Als de bewegende Arnold met zijn laserpointer een lichtflits uitzendt, vertrekt die ten opzichte van hem met de lichtsnelheid c, maar voor een stilstaande waarnemer verplaatst het signaal zich met een snelheid c' = c + v, weergegeven in fig. 2.10 door de roodgele stippellijn naar rechts. Voor Newton is de lichtsnelheid niet absoluut en daarom hangt de wereldlijn van een lichtsignaal af van wie het uitzendt. In dit geval blijken de lijnen met gelijke tijd horizontaal te lopen voor alle stelsels: volgens de theorie van Newton is niet de lichtsnelheid universeel, maar de tijd.