Met het sublieme gegeven dat de lichtsnelheid de absolute maximumsnelheid is,
kunnen we terugkeren naar onze tegenstrijdige en onopgeloste moordzaak van
paragraaf 3.1. Omdat niets sneller kan gaan dan licht, kunnen de gevolgen van een
bepaalde gebeurtenis zich ook nooit sneller dan het licht door de ruimtetijd
verspreiden.
In figuur 3.6 wordt duidelijk wat dit betekent voor onze vereenvoudigde wereld
met één ruimte- en één tijddimensie. Gebeurtenis 1 kan alleen
gevolgen hebben voor gebeurtenissen erna die vallen binnen de gele wig, die wordt
begrensd door de wereldlijnen van lichtsignalen in de positieve en negatieve
x-richting (die hetzelfde zijn voor alle waarnemers). De effecten van de
gebeurtenis zullen zich immers altijd verspreiden met een snelheid kleiner of
gelijk aan c. Omdat we in werkelijkheid te maken hebben met drie
ruimtelijke dimensies, moet je je de wig eigenlijk voorstellen als de
tweedimensionale versie van een kegel. Daarom wordt het gele gebied gewoonlijk de
voorwaartse lichtkegel genoemd.
Als we daarentegen willen weten welke gebeurtenissen er allemaal invloed zouden
kunnen hebben op een bepaalde gebeurtenis, bijvoorbeeld gebeurtenis 2, dan moeten
deze zich om dezelfde reden bevinden binnen de bijbehorende donkergele achterwaartse
lichtkegel.
Merk op dat de voor- dan wel achterwaartse lichtkegel van een gebeurtenis
hetzelfde zijn in alle inertiaalstelsels. De kegels zijn absoluut: ze horen bij de
gebeurtenis, niet bij een bepaalde waarnemer. Wel is het zo dat een punt P, dat
zich bijvoorbeeld buiten de lichtkegels van 1 bevindt, voor een waarnemer die door
punt 1 gaat, in het verleden, het heden of de toekomst kan liggen, afhankelijk van
zijn snelheid. Maar deze onbepaaldheid van de tijdsvolgorde doet er niet toe,
omdat er nooit een signaal van punt 1 naar P kan gaan of andersom. Tussen de
gebeurtenissen bij punt 1 en punt P kan geen oorzakelijk verband bestaan.
Als we nu teruggaan naar onze verwarring over oorzaak en gevolg in paragraaf 3.1,
zien we dat de punten 1 en 2 zich buiten elkaars lichtkegels bevinden. Daarmee is
de causaliteit gered. Het is onmogelijk dat Pistolen Paultje tante Sidonia heeft
omgelegd - een hele geruststelling.
Gebeurtenissen kunnen alleen in een causaal verband met elkaar staan, als zij
binnen elkaars lichtkegel vallen. In die gevallen is de tijdsvolgorde van
gebeurtenissen onafhankelijk van de snelheid van de waarnemer.
Geen voertuig of signaal kan sneller dan het licht gaan. Dit heeft als
consequentie dat de openingshoek van de kegel een maximum heeft. En met de bekende
vervanging van de tijd-as door een ct-as waarbij alle hokjes zijdes van 1
lichtseconde hebben, is die tophoek 90o.