Hoofdstuk 5. De Lorentz-transformaties en het ruimte-tijdinterval

5.2 Lorentz-invariantie

  • In veel leerboeken worden de Lorentz-transformaties als uitgangspunt genomen voor de behandeling van de relativiteitstheorie. Historisch gezien is dat logisch, omdat de formules al rond 1900 werden opgetekend door de Nederlandse natuurkundige Hendrik Antoon Lorentz. Hij leidde ze af uit de theorie van Maxwell, het stelsel van vergelijkingen dat een beschrijving geeft van alle elektromagnetische verschijnselen. Lorentz ontdekte dat de Maxwell-vergelijkingen onveranderd bleven als hij de coördinaten met accent volgens de bovenstaande transformatie verving door die zonder accent.

    In het wis- of natuurkundige jargon zeg je dan dat de vergelijkingen invariant zijn onder de Lorentz-transformaties.

    Het is fascinerend te bedenken dat de centrale vergelijkingen van Einsteins theorie eigenlijk al op papier stonden voordat Einstein er aan toe was. Het probleem was niet zozeer het vinden van het antwoord, maar het stellen van de juiste vraag.

De Lorentz-transformaties krijgen een eenvoudiger vorm als één van beide coördinaten (de tijd- of de ruimtecoördinaat) de waarde 0 heeft.

  1. Neem een punt op de rode w'-as; zie figuur 5.2. Wat zijn de corresponderende zwarte coördinaten volgens de Lorentz-transformaties?
  2. Beredeneer dat je hiermee de uitdrukking voor de tijdrek hebt gevonden.
  3. Welk punt op de zwarte w-as transformeert volgens de Lorentz-transformaties naar (w', 0)?
  4. Welke zwarte coördinaten heeft een willekeurig punt op de rode x'-as volgens de Lorentz-transformaties?
Afbeelding
Figuur 5.2 Lorentztransformaties voor punten óp de assen