De coördinatenstelsels waarmee we werken in onze figuren verschillen zoals
je hebt gezien in twee belangrijke opzichten van elkaar. Ten eerste is er het
zwarte ruststelsel waarin de assen loodrecht op elkaar staan, terwijl de assen van
elk ander stelsel niet loodrecht staan maar wel gelijke hoeken maken met die van
het ruststelsel. Ten tweede moeten de eenheden langs de schuine assen worden
herschaald, en wel met de relativistische snelheidsfactor γ
Laten we nu de verzameling waarnemers beschouwen die op het tijdstip nul met
verschillende snelheden door de oorsprong komen. We vragen ze allemaal om op hun
wereldlijn het punt (de gebeurtenis) te markeren waarop er op hun klok een
tijdsduur van s eenheden is verstreken. Hoe ziet de verzameling
gebeurtenissen die we zo vinden eruit in een ruimtetijddiagram?
De formule voor de uitrekking van de tijd leert ons dat
en als we nu w'= s kiezen, krijgen we
Gezien vanuit het ruststelsel wordt de afstand x die elke bewegende
waarnemer vanuit de oorsprong heeft afgelegd, weergegeven door
Zo komen we uit op een verrassend eenvoudige formule voor de verzameling punten
waarin de tijd voor elke waarnemer s is, die een kromme beschrijft in het
(x,w)-vlak:
Hoe ziet deze kromme eruit? Misschien komt de vergelijking je bekend voor met een
plus- in plaats van een minteken. In dat geval zou ze een cirkel beschrijven met
straal s en het middelpunt in de oorsprong. Nu er een minteken staat,
wordt het geen cirkel, maar een andere befaamde wiskundige kromme: een hyperbool.
Net zoals de straal een cirkel karakteriseert, wordt onze hyperbool getypeerd door
zijn snijpunt met de w-as, het getal s. We kunnen simpelweg verschillende
waarden voor x invullen in de formule, uitrekenen wat de bijbehorende w-waarden
zijn en de punten uitzetten in het ruimtetijddiagram. Door de punten met elkaar te
verbinden, vinden we krommen zoals de donkerblauwe lijn in figuur 5.8.
De 'horizontale' hyperbool wordt gekarakteriseerd door s = 4 en snijdt de
zwarte, rode en lichtblauwe w-assen op de punten waar respectievelijk w
= 4, w' = 4 en w'' = 4. We kunnen eenzelfde truc uithalen met
meetlatten. Als we al onze waarnemers op hun wereldlijn laten aangeven waar voor
hen x' = s op het tijdstip nul, komen we uit op dezelfde formule, maar dan
met x en w verwisseld. Dat kun je ook bereiken door s2
te vervangen door -s2 in de formule. De bijbehorende kromme is
de andere blauwe hyperbool in de figuur, die de x-as snijdt in het punt s.
Deze twee hyperbolen worden wel de ruimteachtige en
de tijdachtige hyperbool genoemd. Dan is er ook nog het speciale geval
voor s = 0, waarbij de hyperbolen ontaarden tot de lijnen w = +x
en w = -x, de wereldlijnen van een foton dat in de positieve of negatieve
x-richting beweegt. Deze lijnen vormen ook de asymptoten voor de ruimte- en
tijdachtige hyperbolen: naarmate w en x veel groter worden dan s,
naderen beide krommen de rechte lijnen steeds meer.
Wat is de meetkundige betekenis van deze prachtige krommen? Wat stellen ze voor?
Daar kunnen we achter komen door de formules voor de Lorentz-transformaties te
gebruiken. Als je in de formule voor de hyperbool de uitdrukkingen invult voor x
en w in termen van w', x' en β = v/c uit de
transformatieformules in paragraaf 5.1 , kom je na enig algebraïsch
gemanipuleer uit op:
Dat is dus precies dezelfde vergelijking, maar dan voor coördinaten mét
accentjes.
De kromme die hoort bij een bepaalde waarde van s
blijkt invariant te zijn onder de Lorentz-transformaties! De afzonderlijke
punten bewegen onder transformaties weliswaar heen en weer op de kromme, maar de
totale verzameling punten, de hyperbool als geheel, verandert niet.
Wis- en natuurkundigen hebben het vaak over vectoren. Dat zijn een soort pijlen:
ze hebben een grootte en een richting. In de euclidische meetkunde, dus in de
ruimte zoals wij die kennen, is het kwadraat van de lengte r van een
vector (x,y) gelijk aan de som van de kwadraten van de componenten ervan:
De lengte van een vector verandert niet als je hem roteert. Nu kunnen we voor een
vector in de ruimtetijd (w,x) een vergelijkbaar lengtebegrip
definiëren, het ruimtetijdinterval s, waarvan het kwadraat juist
gelijk is aan het verschil van de componenten in het kwadraat.
Vanwege het minteken in de definitie kan het kwadraat van het
interval zowel positief zijn als negatief of nul; we spreken respectievelijk van
een tijdachtig interval, een ruimteachtig interval of een nulinterval.
Ook als we een pijl tekenen tussen twee gebeurtenissen in de ruimtetijd kunnen we
die een tijdachtige, een ruimteachtige of een nulvector noemen. De vectoren in de
figuur die zijn aangeduid met x, x' en x'' zijn dus ruimteachtig, terwijl
die met w, w' en w'' tijdachtig zijn.
De ruimteachtige hyperbool (die net als de tijdas de x-as snijdt) blijkt nog om
een heel andere reden interessant te zijn. Je ziet dat deze hyperbool heel goed de
wereldlijn zou kunnen zijn van een of andere waarnemer. Deze persoon reist niet
met constante snelheid, maar met een voortdurende versnelling in de positieve
x-richting.