Grootheden met richting en grootte, zoals snelheid en kracht,
noemen we vectoren. Een vector heeft een aantal eigenschappen:
Een vector kunnen we ontbinden in componenten:
Ook kunnen we twee of meer vectoren bij elkaar optellen. Optelling doen we met
behulp van de parallellogrammethode: de twee vectoren die we bij elkaar willen
optellen vormen twee zijden van een parallellogram; de somvector is de diagonaal
die loopt van het punt waar de staarten elkaar raken naar het daar tegenover
liggende hoekpunt.
Figuur
7.1 Vectoroptelling
Bij het ontbinden van een vector in twee componenten zoeken we twee nieuwe
vectoren die, bij elkaar opgeteld, de te ontbinden vector weer opleveren. Bij de
optelling gebruiken we weer de parallellogrammethode. Dat gaat het gemakkelijkst
als je ontbindt in componenten die loodrecht op elkaar staan; het parallellogram
is dan een rechthoek.
Figuur
7.2 Ontbinding in loodrechte componenten
Ook als de componenten niet loodrecht op elkaar staan, blijft gelden dat zij de
zijden van een parallellogram vormen waarvan de somvector een diagonaal is.
Figuur
7.3 Ontbinding in niet-loodrechte componenten